18 januari 2018
RB Limburg – Processuele connexiteit en voorzienbaarheid
Eiseres heeft vanaf augustus 2002 tot begin 2016 een kledingwinkel geëxploiteerd te Heerlen. Eiseres verzoekt om toekenning van nadeelcompensatie in verband met in het jaar 2015 voor de omzet van die winkel ondervonden gevolgen van de uitvoering van werkzaamheden in verband met het bestemmingsplan Maankwartier. Dat bestemmingsplan is op 10 januari 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.
In het onderhavige geval is ervoor gekozen om geen splitsing te maken tussen nadeel dat is veroorzaakt door besluiten en nadeel dat is veroorzaakt door rechtmatig overheidshandelen van feitelijke aard. De rechtbank volgt deze benadering. De toegepaste bundeling van schade-oorzaken voorkomt een onpraktische en onnodig complexe beoordeling van nadeelcompensatieclaims in verband met een omvangrijk project. Ook is daardoor sprake van een laagdrempelige en efficiënte rechtsbescherming, die bovendien in overeenstemming is met het toekomstige recht dat is neergelegd in de nog niet in werking getreden Titel 4.5 van de Awb. De rechtbank heeft daarom geoordeeld over het geheel van de verkeersbesluiten en onder verantwoordelijkheid van verweerder vallende feitelijke maatregelen.
Over de materiële vraag of er terecht van uit is gegaan dat de verkeersbesluiten en maatregelen waardoor eiseres nadeel heeft geleden, in augustus 2002 voor haar voorzienbaar waren, overweegt de rechtbank allereerst dat de kern van de jurisprudentie van de Afdeling betreffende voorzienbaarheid die aan de aanvrager van een vergoeding van planschade of nadeelcompensatie kan worden tegengeworpen, is dat er ten tijde van de investeringsbeslissing een concreet beleidsvoornemen kenbaar moet zijn. Daarvan is sprake als een redelijk denkend en handelend persoon uit de openbaarmaking van zodanig voornemen moet kunnen begrijpen op welk gebied dat betrekking heeft en wat de zakelijke inhoud ervan is. De voorgenomen ontwikkeling hoeft geen formele en definitieve status te hebben en hoeft niet in detail te zijn vastgelegd. Globale en summiere omschrijvingen kunnen voldoende zijn. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 15 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3715).
De rechtbank voegt daaraan toe dat aan een geval als het voorliggende waarin het verzoek om nadeelcompensatie geen betrekking heeft op een enkele schade-oorzaak maar op een complex van meerdere oorzaken, inherent is dat aan een beleidsvoornemen dat tot voorzienbaarheid leidt, niet de eis kan worden gesteld dat al die oorzaken afzonderlijk op grond daarvan voorzienbaar waren.
De rechtbank overweegt dat het raadsbesluit uit juni 2000 onder meer inhield dat de raad instemde met het haar voorgelegde functionele programma voor het gebied Centrum-Noord en met de ontwikkeling van een plan dat destijds werd aangeduid als Stadspark Oranje Nassau. Het raadsbesluit van 3 april 2001 vormde vervolgens de basis voor de daarna gesloten voorovereenkomst tot samenwerking van de gemeente Heerlen, NS Vastgoed en andere partners bij de ontwikkeling van dat plan. Het plan Stadspark Oranje Nassau betrof een groter gebied dan het latere plan Maankwartier maar omvatte wel het gehele gebied van laatstgenoemd plan. De winkel van eiseres was gesitueerd op een locatie in het winkelgebied van het centrum van Heerlen op ongeveer 200 meter van de grens van zowel het aanvankelijk beoogde plan Stadspark Oranje Nassau als het latere plan Maankwartier. Niet is aannemelijk dat de verschillen tussen beide plannen van die omvang en aard zijn dat deze van invloed zijn op het door eiseres geleden nadeel.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres, als zij vóór augustus 2002 kennis had genomen van de gemeentelijke plannen voor het gebied Centrum-Noord en Stadspark Oranje Nassau, had kunnen begrijpen dat de verwezenlijking van deze omvangrijke en ingrijpende plannen, in welke vorm dan ook, zou leiden tot maatregelen die gedurende langere tijd een aanzienlijk verminderde bereikbaarheid van de rest van het centrum van Heerlen en in het bijzonder van de omgeving waarin zij haar winkel ging vestigen, met zich zouden kunnen brengen.