16 oktober 2023
Met grond krijg je plannen rond
In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft het Rijk aan provincies gevraagd om aan de slag te gaan met de uitwerking van de richtinggevende doelen op het gebied van natuur, water en klimaat en op provinciaal niveau gebiedsplannen op te stellen. Deze gebiedsplannen richten zich met name op de bufferzones rondom de Natura 2000-gebieden en andere beschermde natuur. In deze bufferzones dient een groenblauwe jas ontwikkeld te worden die de natuur beschermt, de zogenoemde landschapsgronden. Dit is alleen mogelijk wanneer een goede balans wordt gevonden tussen landbouw en natuur. Joks Janssen stelde al eerder dit jaar dat om deze overgang naar een duurzamer landgebruik te faciliteren, een actievere grondpolitiek van essentieel belang is. De overheid moet een leidende rol spelen in het beheren van grond en het toewijzen ervan door onder meer een grondbank, duurzame gronduitgifte en kavelruil om de transitie te ondersteunen. Dit zal helpen om de grondpuzzel opnieuw te leggen en een evenwicht te bereiken tussen landbouw en natuurbehoud.
Het zoeken naar het evenwicht tussen landbouw en natuur heb ik zelf in het verleden meegemaakt als bewoner in de Overdiepse polder. Dit rivierverruimingsproces was een bijzonder proces als koploper van het Programma Ruimte voor de Rivier, waarbij we in Nederland voor het eerst op grote schaal ruimte aan rivieren gingen geven. Een bijzonder proces vanwege het samen gaan van hoogwaterbescherming, ruimtelijke kwaliteit en agrarische doelen. En bijzonder bovenal door de eendrachtige samenwerking van overheden, bewoners en ondernemers in de polder. Door samen op te trekken in dit proces werd ruimte gecreëerd voor de “blijvers” en ontstonden er kansen voor de “wijkers”. Zo ontstond een duurzaam ontwikkelperspectief waarbij de juiste boeren op de juiste plek in het landschap werden gevestigd.
Stikstofbemiddelaar Johan Remkes noemde in zijn gesprekken vijf ‘richtingen’, ook wel ontwikkelperspectieven, om de balans terug te brengen tussen de landbouw en natuur: “Innovatie, extensivering (minder dieren per hectare), verplaatsing, omschakeling naar andere producten en stoppen.” De verschillende ontwikkelrichtingen die door Remkes worden geschetst geven richting aan de mogelijkheden die overheden en boeren hebben in de transitie die we samen door dienen te maken. Al deze richtingen hebben in meer of mindere mate een link met het grondinstrumentarium en vragen om grond. Met deze twee elementen kan er ruimte ontwikkeld worden om samen deze grondpuzzel opnieuw te leggen.
Het creëren van de ruimte om te kunnen puzzelen, of anders gezegd het stimuleren van de grondmobiliteit, kan met een grondbank, duurzame gronduitgifte en kavelruil. Dit vraagt om een actievere grondpolitiek van waaruit regie genomen kan worden in de transitie. In deze blog nemen wij je graag mee in onze blik op een actievere grondpolitiek in de transitie van het landelijk gebied.
Landschapsgronden: natuurlijke begrazing door koeien op Landgoed Dorth (Jantine Wesselink)
Actieve grondpolitiek in een integraal gebiedsproces
In dergelijke transities speelt de vraag wat passend grondgebruik is op een locatie. Welk perspectief hebben de “blijvers” en wat zijn de mogelijkheden voor de “wijkers”? Hoe stimuleer je grondmobiliteit om ruimte en kansen te creëren? En tot slot, hoe krijgen we de juiste mensen op de juiste plek?
Bij de beantwoording van dat soort vragen hoort een actieve grondpolitiek met vertrouwen in elkaar. Wie de grondpuzzel wil leggen zal gronden in moeten kunnen zetten. Dat een actieve grondpolitiek de transitie in een gebiedsproces kan doen laten slagen is niet onopgemerkt gebleven. Zo horen we steeds vaker de drang om als overheid een sterk actieve grondpolitiek te voeren, het lijkt bijna hip geworden. Maar moeten we voor alle ambities en doelstellingen in de gebiedsprocessen deze sterk actieve grondpolitiek toepassen? Nee zeker niet.
Het gezegde “bezint eer ge begint” is hierbij sterk van toepassing. Een dergelijke sterk actieve grondpolitiek vraagt om veel middelen en dit dient te passen bij de ambities die de organisatie heeft. Binnen deze ambities dient een rolneming gekozen te worden die past bij de ambitie en de initiatieven. Actieve grondpolitiek biedt hierbij de kans om het landelijk gebied van het slot te halen, maar dit betekent niet dat alle ambities en initiatieven vragen om een actieve grondpolitiek. Een stevig afwegingskader kan inzicht geven in de rolneming die past bij de desbetreffende ambities en initiatieven. Alleen met de juiste afweging kan gekozen worden voor een actieve grondpolitiek.
Het van het slot halen van het buitengebied middels actieve grondpolitiek is meer dan het uitkopen van boeren. Het geeft regie in het gebiedsproces en mogelijkheden om de grondmobiliteit op gang te brengen. Samen actief de grondpuzzel leggen is het sleutelwoord. Dat gaat alleen als de overheid actieve grondpolitiek durft te voeren waarbij van tevoren een passende grondstrategie is vastgelegd. Drie ingrediënten zijn daarbij van cruciaal belang: een grondbank, duurzame gronduitgifte en kavelruil.
1. Grondmobiliteit met een grondbank
Slim gebruikmaken van de natuurlijke afvloeiing binnen de agrarische sector, dat is waar een strategische grondbank op inzet. Er zijn veel boeren zonder opvolger die de komende jaren hun bedrijf zullen staken. Door deze gronden tegen de marktwaarde aan te kopen en onder te brengen in een grondbank, komt de grondmobiliteit in een gebiedsproces op gang en wordt regie genomen. Deze gronden zijn essentieel om een agrarische bedrijfsvorm naar de gewenste plek te ruilen met als uitgangspunt “grond voor grond”.
Ook kunnen deze gronden ondergebracht worden in een doelgerichte grondbank. Deze gronden kunnen direct ingezet worden voor de realisatie van een doelstelling in het gebiedsproces. Zo heeft een doelgerichte grondbank een voordeel ten opzichte van het instrument afwaarderen, aangezien de overheid meer grip heeft op de allocatie van de middelen.
Met een strategische grondbank wordt het mogelijk courante gronden buiten de gebiedsprocessen aan te kopen om zo een verplaatsing mogelijk te maken. Denk hierbij aan een verplaatsing van een piekbelaster nabij een Natura 2000-gebied die graag het bedrijf op een andere locatie voortzet. Op deze plaats komt weer ruimte voor zijn collega met een extensievere bedrijfsvoering met agrarisch natuurbeheer op hogere grondwaterpeilen. Dit is alleen mogelijk wanneer de overheid de puzzelstukken heeft om te kunnen puzzelen, dit kan alleen met een actieve grondpolitiek.
Pilot grondbank gebiedsgerichte aanpak Vitale Peel (Provincie Noord-Brabant)
2. Duurzame gronduitgifte om vooruitlopers te stimuleren
Misschien is er nog geen doelgerichte grondbank opgericht, ligt er nog geen inrichtingsplan en is de procesvorming nog in volle gang, er kan al aan de slag gegaan worden met duurzame gronduitgifte. De gronden in de overgangszone kunnen gericht ingezet worden om de omslag naar een natuurvriendelijke landbouw mogelijk te maken. Dit vraagt om een kritische blik ten aanzien van de bestaande pachtcontracten en een open houding naar de boeren die echt groen willen doen. Met het Didam-arrest waardoor overheden openbaar de pachtgronden aan dienen te bieden hebben we al een omslag gezien. Steeds meer gunnen we op basis van duurzame activiteiten die de inschrijver bereid is uit te voeren. Zo wordt niet alleen op het financieel rendement gestuurd maar wordt de focus voornamelijk op het ecologische rendement gelegd.
Duurzame gronduitgifte kan tevens een uitkomst bieden in het leggen van de grondpuzzel. Door de gronden te verpachten aan de agrarische bedrijfsvorm op de juiste plek in het landschap kan de “concept” grondpuzzel worden gelegd. Hierbij gelden de voorwaarden zoals deze na gronduitgifte ook zullen gelden en kan de boer al gebruikmaken van de grond voordat de ruiling is afgerond. Doel is om met eigen grondbezit de transitie van het buitengebied te versnellen.
Duurzaam verpacht is beter beheerd (Stal en Akker)
3. Het leggen van de grondpuzzel
Het gaat al lang niet meer om de stikstof-,klimaat-, natuur- en wateropgaven maar ook om opgaven op het gebied van energie, woningbouw, sociale samenhang en het water en bodem sturend maken van het landelijk gebied. Deze stapeling van opgaven vraagt om een complete herinrichting van onze buitengebieden waarbij slimme combinaties van ambities gekoppeld worden aan de juiste plek voor de agrarische bedrijfsvoering. De grondpuzzel moet gelegd gaan worden.
In de bufferzones tussen natuur en landbouw, ook wel de “landschapsgronden”, liggen kansen om deze grondpuzzel te leggen. Deze landschapsgronden verzachten de overgang van landbouw naar natuur maar vragen om een andere bedrijfsvoering. Niet iedere boer heeft zin of de ambitie om zijn bedrijfsvoering aan te passen zodat deze past binnen de kenmerken van landschapsgronden. Voor de boeren die in deze bufferzones liggen zijn er grofweg drie transitieperspectieven voorhanden:
- Stoppen en verkopen
- Omschakelen in agrarische bedrijfsvoering op huidige locatie
- Verplaatsen naar elders
Peter de Ruyter en Johan Heinen stellen in hun onderzoek dat voor al die drie transitieperspectieven geldt dat er een herverkaveling én herwaardering van de gronden nodig zijn om dit mogelijk te maken. Zij zien perspectief in de wettelijke herverkaveling onder de Wilg. Dit instrument biedt juridische zekerheid door de mogelijkheid om wettelijk af te dwingen dat de doelen gehaald worden. Ook wanneer er één of twee dwarsliggers in een gebied aanwezig zijn, biedt herverkaveling de mogelijkheid om door te blijven gaan.
Jeroen Rheinfeld heeft in zijn onderzoek meer vertrouwen in vrijwillige kavelruil. Het instrument kavelruil (in de Wilg aangeduid als “ruil bij overeenkomst”) is meer gestoeld op een breed gedragen vertrouwen in een snelle, succesvolle en efficiënte inzet van kavelruil als katalysator en initiator voor de transitie van het landelijk gebied. Zo heeft in de afgelopen decennia het vrijwillige karakter van de kavelruil het wettelijke karakter van de ruilverkaveling in de schaduw gezet. De vrijwilligheid – en daarmee het onderlinge vertrouwen – staat dus al lange tijd centraal binnen de landinrichtingspraktijk.
De wettelijke ruilverkaveling heeft al een poos in de schaduw gestaan en de vrijwillige kavelruil heeft wel zijn gewenningsperiode gehad. Belangrijk is of het geleidelijk gewonnen vertrouwen in de kavelruil in 2023 ook nog steeds aanwezig is. Wij stellen dat behoud en waar mogelijk uitbreiding van het bestaande vertrouwen in de kavelruil een voorwaarde is voor een succesvolle realisatie van de vrijwillig ingeslagen transitie van het landelijk gebied. Grond is emotie en het vertrouwen dient gekoesterd te worden, immers: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
Vrijwillige ruilverkaveling in het Maasheggen gebied (VNC)
Benieuwd geworden?
Zelf heb ik veel mogen leren uit het proces van de rivierverruiming in de Overdiepse polder. Een proces met als rode draad de wil er samen uit te komen, hoe diep het dal ook kan zijn. Gestoeld op waarden en een bewijs dat de weg vooruit, niet de weg terug is. Door met elkaar stappen te durven zetten vanuit een actieve grondpolitiek en elkaar te vertrouwen kunnen mooie dingen ontstaan.
De komende weken nemen wij, Ad, Sandy, Marissa en Giem je graag mee in onze blogreeks hoe je met grond de plannen rond kunt maken. De volgende onderwerpen gaan hierbij aan bod komen: de grondstrategie, een grondbank, duurzame verpachting, en het leggen van de grondpuzzel. Kun je toch niet wachten op deze blogs of wil je graag verder praten dan kun je contact opnemen met een van ons.