7 juli 2022
Besluit van 14 juni 2022, nr. 2022001278 (Venlo)
Deze onteigening wordt verzocht om de aanleg mogelijk te maken van de spoorwegonderdoorgang Vierpaardjes ter vervanging van de gelijkvloerse spoorwegovergang Vierpaardjes-Broekestraat-Guliksebaan over de sporen ten zuiden van het station te Venlo, met bijkomende werken in de gemeente Venlo.
Noodzaak en urgentie:
De Kroon overweegt onder meer:
“Bijna dagelijks is sprake van opstoppingen en oponthoud rondom de spoorwegovergang Vierpaardjes. De spoorwegovergang vormt, samen met de Roermondse Poort, de enige route om vanuit stadsdeel Venlo-Zuid in het centrum van Venlo te komen, en andersom. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de spoorwegovergang Vierpaardjes aangemerkt als een onveilige spoorwegovergang, omdat er een aantal sporten gekruist moet worden en overgang intensief gebruikt wordt. De gemeente Venlo, de provincie Limburg, het Rijk en ProRail hebben al een aantal jaren de wens om tot de realisatie van een spoorwegonderdoorgang te komen ter plaatse van de huidige gelijkvloerse spoorwegovergang.”
“Met het opheffen van de gelijkvloerse overgang wordt het spoor minder kwetsbaar en neemt de veiligheid rond het vervoer van reizigers en goederen en dat van het wegverkeer toe. De kans op noodsituaties neemt af en dat zal leiden tot een betrouwbaardere dienstregeling. Door de aanleg van de spoorwegonderdoorgang Vierpaardjes wordt verbinding tussen het centrum van Venlo en Venlo-Zuid sterk verbeterd.”
Het minnelijk traject heeft ten tijde van het verzoekbesluit nog niet (volledige) overeenstemming geleid. Om ervoor te zorgen dat een tijdige verwezenlijking van het werk zeker is heeft gemeente Venlo een verzoek ingediend tot aanwijzing ter onteigening.
Zienswijzen:
Zienswijze 1: bezwaar van planologische aard
Zienswijze 1 is van planologische aard
De Kroon overweegt:
“De planologische aspecten van het te maken werk kunnen in het kader van de administratieve onteigeningsprocedure niet zelfstandig worden beoordeeld, maar kunnen in de procedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aan de orde gesteld worden. Een aantal reclamanten heeft van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt”.
Zienswijze 2: Minnelijke onderhandelingen
Reclamanten betogen dat er met hen niet inhoudelijk is onderhandeld. Er zijn twee biedingen uitgebracht op de voorliggende bieding van begin mei 2021, die naar mening van reclamanten veel te laag en niet actueel zijn. Het onderdeel ziet in hoofdzaak op het minnelijke overleg dat niet op gang is gekomen, omdat partijen het niet eens zijn over de uitgangspunten die moeten worden gehanteerd bij de berekening van de hoogte van de schadeloosstelling. De Kroon overweegt onder meer:
“Ten aanzien van het betoog van reclamanten over het ontbreken van inhoudelijk overleg, overwegen Wij het volgende. Uit de ons overgelegde stukken en het gestelde in de hoorzitting blijkt dat partijen, zoals ze zelf ook stellen, nog niet tot een inhoudelijk overleg zijn gekomen. Alle reclamanten laten zich vertegenwoordigen door een adviseur die namens hen allen optreedt, overleg voert en afspraken maakt. Verzoeker heeft op 27 november 2020, 22 februari 2021 en op 12 mei 2021 aan alle reclamanten biedingen uitgebracht. Omdat reclamanten deze biedingen te laag vinden, volgt er tussen hun adviseur en verzoeker een zeer uitgebreide correspondentie (vooral per e-mail), die qua toonzetting de sfeer om tot een gesprek te komen niet ten goede komt. Doordat de onderlinge verhoudingen tussen partijen hierdoor dusdanig zijn verslechterd, zijn partijen niet tot een inhoudelijk overleg over de uitgangspunten van de schadeloosstelling toegekomen. Partijen stellen weliswaar dat ze bereid zijn om inhoudelijk te overleggen, maar omdat ze telkenmale daaraan voorafgaand voorwaarden verbinden die voor één van hen vervolgens niet aanvaardbaar is, komen ze hier niet aan toe. Wat hier ook van zij: uit de zienswijze blijkt dat het dispuut tussen partijen voortvloeit uit een groot verschil van inzicht over de hoogte van de geboden schadeloosstelling. Partijen verschillen met name van mening over de interpretatie van de systematiek van de onteigeningswet en de daarop gebaseerde jurisprudentie ten aanzien van een aantal schadecomponenten, zoals vermogensschade en derving woongenot. Zoals hierover eerder is overwogen staan Ons de samenstelling en de hoogte van de schadeloosstelling in het kader van de administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling. Deze komen bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming aan de orde in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure.”
De Kroon is vervolgens van oordeel dat het voldoende aannemelijk is dat het minnelijk overleg nog niet tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden. Daarbij speelt een rol dat verzoeker gebonden is haar eigen, op de urgentie van het werk toegespitste planning. De Kroon wijst de gronden benodigd voor de aanleg van de spoorwegonderdoorgang Vierpaardjes ter vervanging van de gelijkvloerse spoorwegovergang Vierpaardjes-Broekestraat-Guliksebaan over de sporen ten zuiden van het station te Venlo, met bijkomende werken in de gemeente Venlo, ten name van de gemeente Venlo ter onteigening aan te wijzen.