23 oktober 2019
ABRS – voorzienbaarheid
Deze zaak betreft de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding van een advertentiebedrijf dat eigenaar is van een reclamemast langs de A7. Na de aanleg van een spitsstrook is er een geluidsscherm geplaatst tussen de reclamemast en de A7, waardoor de reclamemast niet meer zichtbaar is en het bedrijf inkomsten misloopt. Volgens de minister heeft het bedrijf het risico dat er een geluidsscherm zou komen bewust aanvaard, omdat het bedrijf had kunnen weten dat die mogelijk zou worden gebouwd.
In november 2016 vernietigde de Afdeling een eerdere weigering van de minister (ECLI:NL:RVS:2016:3047) waarbij is geoordeeld dat de minister aan de afwijzing niet ten grondslag mocht leggen dat de schade niet het gevolg is van de uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid. Het geluidsscherm staat deels op het grondgebied van de gemeente Wormerland en deels van de gemeente Zaanstad. Onderhavig beroep richt zich op het deel van het geluidsscherm dat is gerealiseerd op grond van de gemeente Wormerland. Appellant hoefde naar oordeel van de Afdeling uit het conceptactieplan niet te begrijpen dat het daarin vermelde geluidsscherm langs de A7 ter hoogte van de in de gemeente Zaanstad gelegen wijk Het Kalf gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Wormerland ter hoogte van het sportterrein waarop de reclamemast staat, zou worden gerealiseerd, omdat het Actieplan een beleidsstuk van de gemeente Zaanstad is en in het Actieplan niet is vermeld of daaruit redelijkerwijs kon worden afgeleid dat het geluidsscherm gedeeltelijk op het grondgebied van Wormerland zal worden gerealiseerd. Daarnaast mocht de minister de aanvraag om nadeelcompensatie niet afwijzen omdat, naar hij stelt, de reclamemast feitelijk in strijd met het geldende bestemmingsplan is. Onder verwijzing naar de uitspraak van 23 oktober 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:3596) oordeelt de Afdeling dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. In die uitspraak is geoordeld dat appellant geen recht heeft op planschade omdat de feitelijke plaatsing van het geluidsscherm voorzeinbaar was ten tijde van de investeringsbeslissing op grond van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de de gemeente Wormerland.