18 maart 2020
ABRS – Verjaringstermijn
In deze zaak staat der discussie of de appellanten één dag te laat waren met het indienen van de aanvraag om een tegemoetkoming in de planschade. Het gaat om het bestemmingsplan dat op 25 juni 2012 is vastgesteld. Dit bestemmingsplan is bij uitspraak van de Afdeling van 13 maart 2013 onherroepelijk geworden.
Op 13 maart 2018 hebben appelanten de aanvraag ingediend. Naar oordeel van de rechtbank hadden appellanten de aanvragen niet ingediend binnen de in artikel 6.1, vierde lid opgenomen verjaringstermijn van vijf jaren. Samengevat weergegeven oordeelde de rechtbank dat de dag waarop de gestelde oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden, dus tevens de eerste dag is van de verjaringstermijn. Daarmee was op 13 maart 2018 de termijn voor het indienen van de aanvraag reeds verstreken.
De Afdeling volgt het oordeel van de rechtbank niet. De uitspraak, als gevolg waarvan het nieuwe bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, is op 13 maart 2013 om 10:00 uur gedaan. De termijn voor het indienen van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade is op 14 maart 2013 om 0:00 uur aangevangen. De rechtbank heeft dit miskend, aldus de Afdeling.