22 april 2020
ABRS – Tijdsverloop beleidsvoornemen en schadebesluit
Een eigenaar van een woning in de nabijheid van de Buitenring stelt schade te hebben geleden als gevolg van het Inpassingsplan “Buitenring Parkstad Limburg 2012”. Door de schadecommissie is geconcludeerd dat de eigenaar in een nadelige situatie is komen te verkeren. Van een tegemoetkoming in de schade is echter geen sprake omdat de schade voorzienbaar is. Toen de eigenaar de woning in 1970 kocht was op basis van het Streekplan 1962 sprake van voorzienbaarheid. De provincie heeft conform het advies de aanvraag afgewezen.
De rechtbank volgde de schadecommissie niet. Ondanks dat volgens de rechtbank inderdaad sprake was van een concreet kenbaar beleidsvoornemen, kon geen voorzienbaarheid worden tegengeworpen. Gelet op het tijdsverloop tussen de aankoop van de woning in 1970 en de inwerkingtreding van het inpassingsplan 43 jaar later, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval de schade niet voorzienbaar is. Dit tijdsverloop is naar het oordeel van de rechtbank dermate groot dat de in 1970 overeengekomen koopprijs, waarin al dan niet de voorzienbaarheid van een naar de maatstaven van die tijd aan te leggen snelweg was verdisconteerd, in een niet meer als reëel te beschouwen verband is komen te staan tot de waardedaling van het perceel in 2013.
De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het tijdsverloop maakt niet dat voorzienbaarheid niet aan de eigenaar kan worden tegengeworpen. Onder verwijzing naar eerdere rechtspraak overweegt de Afdeling dat voor de voorzienbaarheid alleen de planologische situatie ten tijde van de aankoop van het eigen perceel van belang is. Voor de vraag of sprake is van voorzienbaarheid is alleen van belang of voor een redelijk denkend en handelend koper ten tijde van de aankoop aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie in ongunstige zin zou veranderen.