23 februari 2022
ABRS – Tijdelijk voordeel
Appellant is eigenaar van een perceel waarop de gebruiksmogelijkheden zijn beperkt. Ter discussie staat of er sprake is van tijdelijk voordeel. Appellant betoogt dat de periode van het tijdeiljk genoten voordeel relevant is voor de vraag of de schade redelijkerwijs voor zijn rekening blijft.
De Afdeling overweegt dat uit de rechtspraak valt af te leiden dat een bestuursorgaan de weigeringsgrond over het vervallen van een tijdelijk voordeel ook mag tegenwerpen als de aanvrager het voordeel slechts gedurende een betrekkelijk korte periode heeft genoten. In de schriftelijke uiteenzetting in hoger beroep heeft het college verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 3 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:436), waarin het ging het om een periode van bijna drie maanden. De duur van de periode is op zichzelf niet relevant.