25 maart 2020
ABRS – Te hoog NMR en woz-waarde
Appellant is eigenaar van een woning en heeft een aanvraag om planschade ingediend. Voor twee vergelijkbare woningen in de nabijheid is reeds planschade toegekend. Aanvrager constateert dat voor één van die woningen de waarde voorafgaand aan de wijziging 31% hoger is geschat terwijl de woz-waarde maar 7% afwijkt.
In een eerdere tussenuitspraak had de Afdeling geoordeeld dat het college hier gemotiveerd op in diende te gaan. Het college had alleen voorzien in een motivering in algemene bewoordingen (andere peildata, ander doel en verschillende woningen). Naar oordeel van de Afdeling is deze nadere motivering onvoldoende.
Door het college was – in navolging van haar adviseur – het normaal maatschappelijk risico vastgesteld op 5%. De locatie kan als een herontwikkelingslocatie worden gezien vanwege de voorheen aanwezige agrarische bebouwing, aldus het college. Daarnaast zou de ontwikkeling in het ruimtelijke beleid passen gezien een eerder vrijstellingsbesluit en projectbesluit. Daarnaast pasten deze ontwikkelingen bij de in het Streekplan opgenomen regeling Ruimte voor Ruimte. Ook past de ontwikkeling in de ruimtelijke structuur.
De Afdeling volgt deze motivering niet. Niet gebleken is dat de ontwikkeling in het gevoerde beleid past. Voor het overige volgt de Afdeling de motivering zodat het normaal maatschappelijk risico wordt vastgesteld op 4%.