16 december 2020
ABRS – Schadetaxatie
Door de adviseur van het college is vastgesteld dat de waarde van de woning van appellant van € 625.000,00 naar € 613.000,00 is gedaald. Deze waardedaling valt onder het wettelijk forfait voor het normaal maatschappelijk risico.
Nadien is gebleken dat de woning voor € 471.500,00 is verkocht. Omdat dit bedrag sterk afwijkt van de taxatie heeft het college een nieuw advies gevraagd bij een andere deskundige. Die deskundige stelt vast dat de woning onder het oude planologische regime een waarde had van € 440.000,00. De waardedaling zou voorts niet meer bedragen dan het wettelijk forfait, zodat geen aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de planschade.
Volgens appellant is de motivering van het besluit onvoldoende navolgbaar en dient het grote verschil in de taxaties te worden verklaard. Naar oordeel van de Afdeling bestaat er geen aanleiding om de oorzaak van het verschil te achterhalen. Het verschil laat immers onverlet dat de percentuele waardevermindering van de woning beslissend is en dat die waardevermindering niet boven het wettelijk forfait uitstijgt.