11 september 2019
ABRS – reële prognose
Uitspraak over het besluit van de minister van Infrastructuur en Waterstaat om zogenoemde nadeelcompensatie toe te kennen aan een omwonende van de A4 vanwege het tracébesluit A4 Dinteloord-Bergen op Zoom. Appellante voert onder meer aan dat de toegekende schadevergoeding onvoldoende is omdat de verkeerscijfers in het Tracébesluit onjuist zijn omdat de verkeerstoename van de Zeelandweg-Oost zich eerder heeft voorgedaan dan was aangenomen.
In het Tracébesluit is destijds uitgegaan van bepaalde prognoses met betrekking tot aantallen verkeersbewegingen en het te verwachten geluid op en nabij geluidgevoelige objecten, waaronder de woning van appellante. Gelet op uitspraak van de Afdeling van 14 maart 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BV88) over het Tracébesluit, mocht de minister zich ten tijde van het nemen van dat besluit baseren op de gebruikte verkeersprognoses en op het akoestisch rapport. Dat het Tracébesluit door die uitspraak van de Afdeling onherroepelijk werd, betekent echter niet dat bij de beoordeling van een later verzoek om nadeelcompensatie niet meer aan de orde kan komen of de prognoses reëel waren, dus of zij ook achteraf kloppen.
Wat betreft de verkeerstoename en het daarmee gepaard gaande geluid van de Zeelandweg-Oost heeft appellante gesteld dat die toename zich eerder heeft voorgedaan dan was verwacht. De verkeerstoename is in 2017 door de provincie Zeeland al vastgesteld op 48%, terwijl volgens haar een toename van 50% werd verwacht in 2020. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister zich evenwel terecht op het standpunt gesteld dat de commissie mocht uitgaan van de prognose die aan het Tracébesluit ten grondslag heeft gelegen. Daarbij is, zoals ook is opgenomen in de tabel op blz. 17 van het advies van de commissie, rekening gehouden met een relatieve toename van het verkeer ter plaatse op de Zeelandweg-Oost van 99% in 2020. Het percentage van meer dan 50 dat ook is gekoppeld aan 2020 en dat op blz. 19 van het advies van de commissie is vermeld, heeft te maken met het vaststellen van een hogere grenswaarde voor geluid. Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat de prognose niet reëel is en dat de verkeerstoename en de geluidbelasting voor haar nadeliger uitpakt dan de commissie heeft aangenomen.