21 februari 2024
ABRS – Planvergelijking
Appellanten zijn eigenaar van een woning en hebben het college op 12 december 2016 verzocht om vergoeding van de planschade ten gevolge van twee bestemmingsplannen. Het college heeft op 10 april 2018 de aanvragen afgewezen. Appellanten hebben bezwaar ingediend, waarop het college een second opinion bij een adviesbureau heeft gevraagd en het bezwaar op 3 februari 2020 ongegrond heeft verklaard. Hierop zijn appellanten in beroep gegaan en heeft de rechtbank op 13 mei 2022 uitspraak gedaan.
Appellanten betogen dat het oprichten van een gebouw met een kap van 11 meter en goothoogte van
4 meter nergens voorkomt en dat geen rekening is gehouden met de eisen in de bouwverordening. De Afdeling geeft aan dat niet aannemelijk is gemaakt dat het realiseren van een gebouw met een nokhoogte van 15 meter en een goothoogte van 4 meter niet mogelijk is. Daarbij is in de second opinion uiteengezet dat er geen conflict is met de regels van de bouwverordening. Hier zijn appellanten niet gemotiveerd op ingegaan. Het betoog van de appellanten slaagt niet.