31 mei 2023
ABRS – Passieve risicoaanvaarding
Appellant is eigenaar van een perceel. Als gevolg van de planologische wijziging is ter plaatse de bestemming “Groen” komen te gelden, terwijl het perceel voorheen de bestemming “Bestaand industrieterrein, tevens bestemd voor industrie” had. Het college heeft het verzoek om tegemoetkoming in de planschade afgewezen, doordat appellant vanwege passieve risicoaanvaarding niet in aanmerking zou komen voor een tegemoetkoming.
De Afdeling overweegt dat appellant vanaf de terinzagelegging van het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan tot aan de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan een benuttingsperiode van acht maanden heeft gehad. Appellant heeft geen deskundigenrapport ten grondslag gelegd aan zijn betoog dat de benuttingsperiode van acht maanden te kort was voor het voorbereiden en indienen van een bouwplan om de bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden te benutten. Niet is gebleken dat appellant een concrete poging heeft gedaan om de bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden te benutten. Gesprekken die voorafgaand aan de benuttingsperiode met de gemeente hebben plaatsgevonden over het realiseren van andere bouw- en gebruiksmogelijkheden dan die onder het nieuwe bestemmingsplan zouden komen te vervallen is geen concrete poging in vorenbedoelde zin.