25 oktober 2017
ABRS – onafhankelijkheid adviseur en noodzaak opname locatie (Helmond)
Deze uitspraak is het sluitstuk van de uitspraak van 16 december 2014 waarin aan de orde kwam dat de schijn was gewekt dat de adviseur in het onderhavige geval als planschadeadviseur niet onpartijdig was. De aanvraag is door de gemeente voorgelegd aan een andere partij.
Ook nu betoogt appellante dat de adviseur niet onafhankelijk is. In reactie op het beroep van appellante geeft de Afdeling aan dat niet kan worden gevolgd dat de schijn is gewekt doordat uit een e-mail van een juridisch adviseur van de gemeente Helmond zou blijken dat zij de adviseur kent. In de desbetreffende e-mail van de juridisch adviseur en derhalve nadat het conceptadvies door de adviseur was opgesteld, is de adviseur met zijn voornaam aangesproken. Dit enkele gegeven is onvoldoende voor de conclusie dat reeds daarom de schijn zou zijn gewekt dat de adviseur partijdig zou zijn Dat de adviseur in een telefoongesprek met appellante zou hebben gezegd in opdracht van het college te handelen, kan evenmin tot de conclusie leiden dat daarmee de schijn van partijdigheid is gewekt. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 11 oktober 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AY9901) betekent de enkele omstandigheid dat een deskundige op verzoek van een bestuursorgaan een advies heeft opgesteld niet zonder meer dat haar advisering niet als onafhankelijk en onpartijdig kan worden aangemerkt.
De Afdeling is verder van mening dat nu de deskundige op basis van een vergelijking van de planregels onder de verschillende planologische regimes tot de conclusie is gekomen dat de planologische wijzigingen niet hebben geleid tot een planologisch nadeligere situatie voor appellante, en zij dus als gevolg van die wijzigingen geen planschade heeft geleden, een bezichtiging ter plaatse door de deskundige in dit geval achterwege kon blijven.