25 november 2020
ABRS – Normaal maatschappelijk risico wijzigingsbesluit
Appellant is eigenaar van een woning en stelt een waardevermindering te hebben ondervonden als gevolg van de komst van een nieuw agrarisch bedrijf. Het agrarisch bedrijf is mogelijk gemaakt door een wijzigingsbesluit. Door het college is het normaal maatschappelijk risico vastgesteld op 4%. Het betreft een normaal maatschappelijke ontwikkeling en past in het meerjarig gemeentelijk ruimtelijk beleid, aldus het college.
De Afdeling is met het college van oordeel dat de vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf in het buitengebied in het algemeen een normaal maatschappelijke ontwikkeling betreft. Een nieuwvestiging komt geregeld voor in Nederland. Het agrarisch perceel ligt in het buitengebied en in de nabijheid daarvan bevinden zich verspreid liggende agrarische of andere bouwpercelen en enkele burgerwoningen. De nieuwe planologische ontwikkeling past ter plaatse dan ook naar aard en omvang in de ruimtelijke structuur van de omgeving.
Naar oordeel van de Afdeling staat vast dat de ontwikkeling tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan waarin de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, niet paste binnen het gemeentelijk ruimtelijk beleid. De in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid en het nadien vastgestelde wijzigingsplan maken niet dat de nieuwe planologische ontwikkeling op de peildatum binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde gemeentelijke beleid paste. Daarbij betrekt de Afdeling dat de wijzigingsbevoegdheid voor het eerst is toegepast met het onderhavige wijzigingsbesluit én dat het wijzigingsplan vrij kort na het ontstaan van de wijzigingsbevoegdheid is vastgesteld.
De Afdeling voorziet zelf in de zaak en stelt het normaal maatschappelijk risico vast op 3%.