1 juli 2020
ABRS – Normaal maatschappelijk risico
Het normaal maatschappelijk risico is vastgesteld op 4% van de waarde van de woning. Daardoor resteert van de waardedaling van € 15.000,00, € 4.600,00 aan tegemoetkoming in de planschade. De derdebelanghebbende kan zich hier niet mee verenigen en heeft bij de Afdeling aangevoerd dat een normaal maatschappelijk risico van 5% aan de orde dient te zijn.
De Afdeling overweegt dat voor de beoordeling van het normaal maatschappelijk risico in ieder geval van belang is in hoeverre de planologische ontwikkeling naar haar aard en omvang past:
– binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving, en;
– binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde ruimtelijke beleid.
Indien geheel aan beide inidicatoren wordt voldaan, mag het bestuursorgaan een drempel van 5% van de waarde van de onroerende zaak toepassen.
De adviseur van de gemeente had vastgesteld dat op basis van de structuurvisie het beleid van de gemeente gericht was op woningbouw op daarvoor geschikte inbreidingslocaties binnen de dorpskernen. Uit de structuurvisie en het uitwerkingsplan bleek echter niet zonder meer een voornemen dat het betreffende plangebied voor woningbouw was aangewezen. Op grond hiervan kwam de adviseur tot het oordeel dat de ontwikkeling niet paste in het gevoerde ruimtelijke beleid. De Afdeling overweegt dat de adviseur het verschil in beoordeling tussen de voorzienbaarheid en het normaal maatschappelijk risico onvoldoende heeft onderkend. Naar oordeel van de Afdeling blijkt op basis van het bovenstaande dat de ontwikkeling past in het gedurende een reeks van jaren gevoerde beleid. De Afdeling voorziet zelf in de zaak en stelt het normaal maatschappelijk risico vast op 5%.