12 juni 2019
ABRS – NMR en deskundigenkosten
Het normaal maatschappelijk risico in deze zaak was vastgesteld op de forfaitaire drempel van 2%. De Afdeling stelt vast dat het perceel de aanduiding “Extensiveringsgebied wonen” had, met als gevolg dat bij een afbouw van agrarische activiteiten binnen het gebied of ten behoeve van ruimtelijke kwaliteitswinst de bouw van een extra woning mogelijk was. Daarnaast is gebruikgemaakt van de zogenoemde “Ruimte-voor-Ruimte-regeling”. Dat betekent naar oordeel van de Afdeling dat de ontwikkeling in ieder geval deels binnen het door de gemeente gevoerde beleid en in ieder geval ten dele in de lijn van de verwachtingen lag. Het normaal maatschappelijk risico van 2% kan daarom geen stand houden.
Appellant verzoekt om vergoeding van de deskundigenkosten, in totaal voor 37 uur. Zowel in beroep als in hoger beroep is appellant bijgestaan door een gemachtigde en deskundige waarbij door de gemachtigde is verwezen naar de rapporten van de deskundige. Deze rapporten bevatten een betoog met daarin de redenen waarom de aangevallen uitspraak vernietigd zou moeten worden. Daarnaast is ter zitting bij de Afdeling alleen niet de gemachtigde maar de deskundige verschenen. De Afdeling overweegt dat gelet op de inhoud van de rapporten van Langhout, de functie die deze rapporten voor appellant vervullen en gelet op de overige omstandigheden van dit geval, deze rapporten niet kunnen worden aangemerkt als een door een deskundige uitgebracht verslag. Het formuleren van gronden van hoger beroep is te kwalificeren als een vorm van rechtsbijstandverlening ter behartiging van de belangen van de appellant. De door Langhout in rekening gebrachte kosten dienen daarom te worden aangemerkt als kosten voor verleende rechtsbijstand.