12 april 2017
ABRS – maximaal of reëel (Kerkrade)
De rechtbank in deze had overwogen dat moest worden uitgegaan van hetgeen reëel was in plaats van hetgeen maximaal kon worden gerealiseerd en had volgens de Afdeling ten onrechte aan de StAB de opdracht gegeven om bij de te maken planvergelijking uit te gaan van hetgeen redelijkerwijs ten behoeve van de bestemming “Spoorwegdoeleinden” zou zijn gerealiseerd.
De Afdeling stelt dat bij een planvergelijking moet worden uitgegaan van hetgeen maximaal kon worden gerealiseerd. Toch ziet de Afdeling hier geen reden om de uitspraak te vernietigen. Onder verwijzing naar een uitspraak van 29 mei 2013, ECLI:NL:RVS:2013:CA1347, komt de Afdeling tot de conclusie dat de rechtbank terecht geoordeeld heeft dat met “kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwen” ook de maximale bouwhoogte is gegeven, hetgeen betekent dat voor de aanvullende werking van de bouwverordening geen ruimte is. Met “kleine” is reeds een hoogtebeperking gegeven en daarmee is een bouwhoogte van 15 meter niet verenigbaar.