12 februari 2020
ABRS – Marktonderzoek
Als gevolg van de komst van windturbines is de schade voor een omliggende woning bepaald op minder dan 2% van de waarde van de woning. Appellant kan zich hier niet mee verenigen en verwijst onder meer naar het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen “Windparken en Woningprijzen in Groningen en Drenthe” waarin op basis van 20.000 transacties tussen 2008 en 2018 is vastgesteld dat woningen voor 7 tot 15% onder de vraagprijs zijn verkocht.
De Afdeling overweegt dat in dit rapport tevens is vermeld dat over de impact van de niet aangelegde windparken nog onzekerheid blijft in de markt en daarmee tevens over de analyses van de marktuitkomsten. Hieruit volgt bovendien dat de prijsdaling het gevolg is van de overlast die kopers van de woningen verwachten te ondervinden en niet van de daadwerkelijke overlast. Daarnaast waren de onderzochte windparken groter dan het windpark in de omgeving van de woning van appellant zodat volgens de Afdeling geen sprake is van een vergelijkbare situatie.