7 november 2018
ABRS – Kosten voor rechtsbijstand en andere deskundige bijstand
Appellant heeft zich bij de planschadeprocedure vóór het primaire besluit laten bijstaan door een gemachtigde en wenst een vergoeding voor de gemaakte kosten. Het college heeft besloten dat de opgevoerde kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Volgens het college volgt uit vaste rechtspraak van de Afdeling dat deskundigenkosten in de aanvraagfase alleen voor vergoeding in aanmerking komen als het inroepen van een deskundige redelijk is.
Dit is volgens het college hier niet het geval, omdat de deskundige die appellant heeft verzocht advies uit te brengen, niet onpartijdig is. Die deskundige treedt namelijk ook als gemachtigde van appellant op.
Ter zitting heeft de Afdeling het verschil aan de orde gesteld tussen het verlenen van deskundige rechtsbijstand, waartoe onder meer het opstellen van processtukken behoort, en het geven van ander dan rechtskundig deskundig advies, waartoe onder meer het opstellen van een advies of rapport behoort. Vaststaat dat de deskundige/gemachtigde gedurende de gehele procedure rechtsbijstandverlener was. De Afdeling overweegt dat de kosten voor verleende rechtsbijstand die zijn gemaakt in de voorfase voor vergoeding in aanmerking komen als deze kosten naar hun aard en omvang redelijk zijn. Redelijk wordt geacht dat het conceptadvies aan de deskundige/gemachtigde is voorgelegd. De Afdeling acht de opgevoerde vier uren redelijk maar verlaagt het uurtarief van € 175,00 naar € 75,00.