11 augustus 2021
ABRS – indirecte beperking ontwikkelingsmogelijkheden
Appellant is eigenaar van twee percelen braakliggende tuinbouwgrond van in totaal circa 2,5 ha. Op grond van zowel het oude als nieuwe planologische regime is glastuinbouwbedrijf toegestaan indien ten minste 1,5 ha aan kassen op het perceel wordt gerealiseerd. Appellant is van oordeel dat sprake is van een waardedaling van zijn percelen omdat de wijziging van de naastgelegen glastuinbouwgronden naar een bedrijfsbestemming en samenvoeging met andere agrarische gronden niet meer mogelijk is waardoor een volwaardig glastuinbouwbedrijf onmogelijk is geworden.
De Afdeling volgt het betoog van appellant niet. Allereerst kan op basis van het nieuwe plan een verbinding worden gemaakt met het naastgelegen perceel waar wel de agrarische bestemming aan is toegekend. Dat toekenning van een bedrijfsbestemming aan een ander deel van die gronden een waardedrukkend effect heeft, heeft appellant onvoldoende onderbouwd. Daarnaast wordt vastgesteld dat samenvoeging met andere percelen niet noodzakelijk is voor de realisatie van een volwaardig glastuinbouwbedrijf op het perceel.