24 februari 2021
ABRS – hoogste waarde / taxatie
Aan appellant is een nadeelcompensatie van € 15.900,00 toegekend vanwege het tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere als gevolg waarvan het perceel in waarde zou zijn gedaald. De schadecommissie concludeert dat er geen sprake is van toename van de geluidsbelasting of verslechtering van de luchtkwaliteit. Wel is er sprake van tijdelijke schade ten gevolge van de uitvoering van de tracébesluiten. Het beroep ziet op de taxatie van de waarde van het perceel en het normaal maatschappelijk risico.
De taxateur van de schadecommissie heeft het perceel gewaardeerd met de hoogste waarde als bouwkavel omdat de kwaliteit en het volume van de opstallen in relatie tot de grondwaarde het niet rechtvaardigt de bestaande opstallen te handhaven. De door aanvrager ingebrachte taxatie is ervan uitgegaan dat de woning op het perceel niet meer zal worden bewoond en derhalve van de grondwaarde, mede vanwege de op het perceel aanwezige hoogspanningsmast.
Beudeker is bij zijn taxatie uitgegaan van het deskundigenrapport van Te Rijdt. Hij heeft terecht aangegeven dat de taxatierapporten van De Goederen en Treep niet zijn opgesteld voor een planschadetaxatie, maar voor een ander doel. Uit de rapporten blijkt ook niet dat de daarin vermelde taxaties zijn gebaseerd op de maximale mogelijkheden van de planologische regimes in deze zaak. De beide taxateurs hebben voorts hun taxaties verricht tegen andere data dan de peildatum 30 maart 2011.
Gezien het voorgaande heeft appellant met de rapporten van De Goederen en Treep geen aanknopingspunten gegeven voor twijfel aan de juistheid van het deskundigenadvies van Te Rijdt en het taxatierapport van Beudeker. De minister hoefde de verschillen tussen enerzijds de taxaties van De Goederen en Treep en anderzijds de taxaties van Beudeker van het perceel niet nader te motiveren.