20 maart 2019
ABRS – doorbreken voorzienbaarheid
SAOZ adviseert dat appellant het risico van de voor hem nadelige planologische ontwikkeling ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak heeft aanvaard.
Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het oude bestemmingsplan de keten van voorzienbaarheid heeft doorbroken. Daartoe voert het college aan dat het oude bestemmingsplan slechts conserverend van aard was, als gevolg van een actualiseringsslag, waarbij een groot aantal planologische regelingen is vervangen door uniforme regelingen.
De Afdeling stelt dat de eerste en tweede structuurvisie een concreet beleidsvoornemen betreffen om woningbouw te realiseren. Anders dan de rechtbank heeft overwogen was de planologische ontwikkeling die door de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan mogelijk is gemaakt (te weten: woningbouw), ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voorzienbaar. Dat de bestemming voor agrarische doeleinden van het plangebied in het oude bestemmingsplan is gehandhaafd en dat in de toelichting bij dat plan niet is vermeld dat dit slechts een tijdelijke conserverende bestemming is, betekent niet dat het beleidsvoornemen om woningbouw in het plangebied te realiseren ook voor de langere termijn is prijsgegeven. Voor dat oordeel is van belang dat het niet ongebruikelijk is woningbouw in fasen te realiseren en dat uit de toelichting op het oude bestemmingsplan blijkt dat onder andere de tweede structuurvisie het beleidskader voor dat bestemmingsplan was. Uit de toelichting op het oude bestemmingsplan valt niet af te leiden dat het plangebied niet langer in beeld was als locatie voor woningbouw. Dat betekent dat een redelijk denkend en handelend koper ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak nog steeds rekening zou houden met de mogelijkheid dat de planologische situatie in het plangebied in een voor die koper ongunstige zin zou veranderen.