27 februari 2019
ABRS – Compensatie in natura, toekomstige onzekere gebeurtenis
In deze procedure staat vast dat appellant schade heeft geleden. Het college heeft in het besluit kenbaar gemaakt dat het voornemens is de schade in natura te compenseren. In het besluit staat opgenomen dat op 31 oktober 2018 een ontwerpbestemmingsplan ter inzage moet worden gelegd. Indien het bestemmingsplan onverhoopt niet onherroepelijk in werking treedt, is het college alsnog bereid om het vastgestelde schadebedrag te betalen.
Appellant is van oordeel dat het college de compensatie in natura onder meer afhankelijk heeft gesteld van een toekomstige, onzekere gebeurtenis. Het college heeft de onzekerheid over de duur en uitkomst van die procedure ten onrechte niet ondervangen door in het besluit een uiterlijke datum op te nemen dat het bestemmingsplan onherroepelijk is. De Afdeling volgt hierin appellant. De Afdeling voorziet zelf in de zaak en stelt een datum vast waarop het bestemmingsplan onherroepelijk dient te zijn.