13 februari 2019
ABRS – Compensatie in natura, toekomstige onzekere gebeurtenis
Het perceel van appellante met een bedrijfsbestemming is bestemd tot “Groen”. Als gevolg van deze bestemmingswijziging is de waardedaling benaderd aan de hand van onder meer de uitgifteprijs. Door de SAOZ is de uitgifteprijs bepaald op € 140,00 per m². Volgens appellante is ter plaatse een uitgifteprijs van € 300,00 per m² marktconform. Daartoe zijn door appellante reeds voor de advisering ook vier referentiepercelen vermeld. Naar oordeel van de Afdeling kon niet zonder nadere motivering van een uitgifteprijs van € 140,00 worden uitgegaan.
Het college had voorts besloten om de planschade in natura te compenseren. Door de Afdeling wordt vastgesteld dat ten tijde van het besluit van het college, de provincie Noord-Holland niet bereid was om mee te werken aan herbestemming van het perceel. Op grond van deze omstandigheid was de door het college voorgestane compensatie in natura afhankelijk van een toekomstige, onzekere gebeurtenis. Onder verwijzing naar eerdere rechtspraak overweegt de Afdeling dat compensatie in natura niet voldoende anderszins is verzekerd, wanneer deze afhankelijk is van een toekomstige, onzekere gebeurtenis. De Afdeling draagt het college op een nieuw besluit te nemen waarbij een tegemoetkoming in geld aan appellant wordt toegekend. Gezien het verloop van de procedure ligt het voor de hand dat het college advies vraagt aan een andere deskundige.