12 mei 2021
ABRS – Bezonningsstudie en NMR
De derdebelanghebbende kan zich niet verenigen met een rapportage van de deskundige Gloudemans. Volgens de derdebelanghebbende is ten onrechte de schadefactor schaduwwerking en verminderde zonlichttoetreding betrokken. Door de derdebelanghebbende is een bezonningsstudie ingebracht. De Afdeling constateert dat die bezonningsstudie ten onrechte uitgaat van de feitelijke situatie en niet van de planologisch maximale situatie. Gloudemans heeft derhalve terecht de schadefactor schaduw en verminderde zonlichttoetreding betrokken.
Voorts kan de derdebelanghebbende zich niet verenigen met het normaal maatschappelijk risico. Er is sprake van een inbreidingslocatie waartoe het nmr op 5% en niet op 3% dient te worden gesteld. De Afdeling overweegt dat het bouwperceel geen inbreidingslocatie is in de zin van een open plek die grotendeels door bebouwing is omsloten. Ten noordwesten van het bouwperceel ligt open gebied en ten noorden liggen sportvelden. Anders dan appellant heeft gesteld, maken de sportvelden geen onderdeel uit van een voorheen bestaand bebouwingslint. Daarnaast paste de ontwikkeling niet binnen het door de gemeente gevoerde ruimtelijke beleid. Het door het college gehanteerde normaal maatschappelijk risico van 3% is niet onjuist.