13 maart 2019
ABRS – BAR, bouwkosten en vormfactor
Als gevolg van de planologische wijziging is het maximaal toegestane bouwvolume op het perceel van aanvrager met in totaal 2.730 m³ afgenomen. Niet in geschil is dat een afname van 2.468 m³ voorzienbaar was, zodat een afname van 262 m³ resteert. Geoordeeld is dat deze afname van het bouwvolume binnen het normaal maatschappelijk risico valt.
Namens aanvrager worden verschillende beroepsgronden gericht tegen de uitgevoerde taxatie. Allereerst is aangevoerd dat ten onrechte een bruto aanvangsrendement is gehanteerd van 7%. Volgens de deskundige van aanvrager is voor de vaststelling van de Bar uitgegaan van gronden met erfpacht in plaats van vol eigendom. Door de deskundige is toegelicht dat voor de vaststelling van de BAR is uitgegaan van huurpanden in het centrum in volledig eigendom.
Voorts wordt aangevoerd dat de bouwkosten te laag zijn ingeschat en een onjuiste vormfactor is toegepast. Ten aanzien van deze aspecten overweegt de Afdeling dat niet de plannen van aanvrager leidend zijn maar die van een redelijk denkend en handelend koper. Op grond van deze omstandigheden zijn de door de deskundige toegepaste uitgangspunten juist.