1 februari 2023
ABRS – Causaal verband
Appellant was van 20 februari 2018 tot 16 juli 2019 eigenaar van het perceel. Appellant heeft het perceel op 16 juli 2019 verkocht aan bestuurder. Bestuurder is enig aandeelhouder en bestuurder van appellant. Voor de realisering van vier woningen heeft appellant met de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten, waarin is overeengekomen dat de gemeente zich zou inspannen om de realisering van het bouwplan mogelijk te maken en dat appellant drie van de vier woningen als sociale huurwoning zou verhuren voor een periode van tien jaar. Op 24 januari 2017 is het oude bestemmingsplan vastgesteld, waarmee het bouwplan planologisch mogelijk is gemaakt.
Op 6 maart 2018 heeft de gemeente het nieuwe bestemmingsplan vastgesteld. In dit bestemmingsplan is voor het perceelsgedeelte met drie sociale huurwoningen de functieaanduiding ‘specifieke vorm van woning – sociale huur’ opgenomen. Appellant heeft verzocht om tegemoetkoming in planschade van het nieuwe bestemmingsplan, omdat hij vanwege de functieaanduiding drie sociale huurwoningen niet heeft onderkelderd, waardoor hij schade lijdt.
Appellant stelt dat het opnemen van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van woning – sociale huur’ in het nieuwe bestemmingsplan het redelijkerwijs te verwachten gevolg had dat zij de drie sociale huurwoningen niet zou onderkelderen. De gebruiksbeperking zou in beginsel voor onbepaalde tijd gelden, dus ook na de bij de overeenkomst overeengekomen periode van tien jaar. De onderkeldering van de drie sociale huurwoningen zou niet meer rendabel zijn, omdat de kosten ervan niet na verloop van de contractueel overeengekomen periode zouden kunnen worden terugverdiend.
De Afdeling overweegt dat de gebruiksbeperking met betrekking tot de sociale huurwoningen niet in de weg stond aan het niet realiseren van een kelder. Er bestaat geen rechtstreeks causaal verband tussen het nieuwe bestemmingsplan en het realiseren van drie sociale huurwoningen zonder kelder. Appellant heeft zelf besloten om de drie sociale huurwoningen niet van een kelder te voorzien, terwijl het nieuwe bestemmingsplan dat wel toestond.