3 juli 2019
ABRS – Woz-waarde
In deze zaak heeft de Afdeling eerder in een tussenuitspraak overwogen dat een verkeerde etmaalintensiteit als uitgangspunt diende te worden gehanteerd. Als gevolg van de gewijzigde etmaalintensiteit is onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting en is vervolgens aan Gloudemans verzocht om te adviseren over de planschade.
Appellant kan zich niet verenigen met dit advies en verwijst daartoe naar de vastgestelde woz- waarde voor het belastingjaar 2006. Appellant had een zienswijze ingediend tegen de woz-waarde. Als gevolg van de zienswijze werd de woz-waarde verlaagd, omdat uit onderzoek is gebleken dat de N201 na omlegging op slechts 50 m van het perceel komt te liggen, hetgeen een waardedrukkend effect zal hebben. Daarbij is vermeld: “De grootte van dit effect is niet te bepalen en derhalve is er besloten tot een waardedaling van 25%”.
De Afdeling overweegt dat onduidelijk is of en in welke mate bij het bepalen van de woz-waarde rekening is gehouden met de planologische mogelijkheden op de gronden in de omgeving van het perceel, zoals de voorziene aanleg van de N201. Ten tweede liggen de peildatum van deze woz-waarde (2003) en de peildatum in deze planschadezaak (2009) te ver uit elkaar. Voorts overweegt de Afdeling dat ook voor de belastingjaren 2010 en 2011 onduidelijk is of en in welke mate rekening is gehouden met de planologische mogelijkheden. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.