1 mei 2019
ABRS – NMR
Door de planschadeadviseur is geconcludeerd dat woningbouw in de betreffende kern in beginsel een normaal maatschappelijke ontwikkeling is en deze ontwikkeling past binnen het gevoerde beleid. Ondanks dat niet aan alle overige omstandigheden is voldaan betekent dit volgens de Afdeling dat de ontwikkeling in ieder geval deels in de lijn der verwachting lag.
Reeds hierom kan de conclusie dat geen aanleiding bestaat een hoger normaal maatschappelijk risico dan het wettelijk minimumforfait van 2% aan te nemen, geen stand houden. Naar oordeel van de Afdeling kan de ontwikkeling als een normaal maatschappelijke ontwikkeling worden beschouwd, die binnen het gevoerde beleid past en wat betreft haar aard in de ruimtelijke structuur past. Deze ontwikkeling ligt echter wat betreft de locatie, de omvang en de afstand tot de woningen niet in de lijn der verwachting. De Afdeling voorziet zelf in de zaak en stelt het normaal maatschappelijk risico vast op 3%.