14 oktober 2020
ABRS / deskundigenkosten
Een door restaurant Casa Don Arroyo, eigenares van het pand aan Graafsebaan 42 te Rosmalen, ingediend verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Het verzoek ziet op het Tracébesluit Omlegging Zuid-Willemsvaart Maas-Den Dungen. Bij tussenuitspraak van 6 november 2019 (ECLI:Nl:RVS:2019:3743) heeft de Afdeling de minister opgedragen om gebreken in het besluit aangaande het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Vervolgens is nader advies aangevraagd waarbij wordt vastgesteld dat de parkeergelegenheid beperkt wordt als gevolg van het Tracébesluit.
De gedane investering voor een vervangende parkeergelegenheid is een redelijke schadebeperkende maatregel die heeft geleid tot vermogensverlies dat voor vergoeding in aanmerking komt. De inkomensschade die is toe te rekenen aan het niet-voorzienbare gedeelte van de tijdelijke hinder door de uitvoeringswerkzaamheden valt naar oordeel van de commissie onder het normaal maatschappelijk risico. Er wordt een nieuw besluit genomen waarbij een schadevergoeding is toegekend. Aangaande de deskundigenkosten merkt de Afdeling op:
Niet in geschil is dat het inroepen van deskundige bijstand voor het opstellen van een rapport van een contra-expertise redelijk was. De door Royal Haskoning gedeclareerde uren staan niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden. Een tijdsbesteding van 40 uur, in relatie tot de omvang en zwaarte van de zaak, is onevenredig hoog. In dit geval zou een tijdsbesteding van 24 uur niet onredelijk zijn geweest. Het uurtarief van de deskundige van € 175,00 (exclusief btw) is niet onevenredig hoog. Dit leidt tot een vergoeding voor de kosten van het rapport van Royal Haskoning van € 4.200,00 (exclusief btw). In het besluit van 14 mei 2020 heeft de minister de vergoeding voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van deskundige bijstand vastgesteld op € 6.638,00. De Afdeling zal dat bedrag met € 1.200,00 (€ 4.200,00 -/- € 3.000,00) verhogen tot € 7.838,00 en bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde onderdeel van het besluit van 14 mei 2020.