9 september 2020
ABRS / Woz-waarde
Bij tussenuitspraak heeft de Afdeling de minister opdracht gegeven om een nieuw besluit te nemen aangaande het verzoek om schadevergoeding Tracébesluit A4 Dinteloord –Bergen op Zoom. Het geschil ziet op het verschil tussen de taxatie van het object en de betekenis van de woz-waarde.
De Afdeling acht het aannemelijk dat vanaf de ingebruikname van de A4 in 2014 een substantiële en structurele verlaging van de woz-waarde heeft plaatsgevonden. De commissie schakelt twee taxateurs in die ieder afzonderlijk een waardealing van € 50.000,00 concluderen. De Afdeling is van oordeel dat de commissie met deze taxatierapporten en de eigen motivering over de betekenis van de woz-waarde in haar nadere advies de tegemoetkoming deugdelijk heeft onderbouwd. Aan vrijwel alle factoren die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de lagere woz-waarde wordt uitgebreid aandacht besteed en telkens wordt uitgelegd waarom die factoren niet kunnen leiden tot een veel hogere tegemoetkoming in planschade. De Afdeling benadrukt dat, hoezeer de taxaties in het kader van de woz-waarde op basis van de daarbij geldende uitgangspunten ook juist kunnen zijn, (plan)schadetaxaties andere uitgangspunten kennen. Zo wordt bij het vaststellen van de woz-waarden niet, zoals bij het maken van een planologische vergelijking, gekeken naar de maximale invulling van het planologische regime, maar is vooral de feitelijke situatie bepalend.