14 april 2017
Rechtbank Zeeland-West-Brabant – passieve risicoaanvaarding (Breda)
De rechtbank is van mening dat de gemeente terecht heeft gesteld dat de periode 31 mei 2012 tot en met 20 maart 2013 beschouwd mag worden als de periode waarin eiseres concrete pogingen had moeten ondernemen om alsnog de (toen bestaande en inmiddels vervallen) planologische mogelijkheden te benutten.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit geen onredelijk korte periode, zeker nu benadeelde een projectontwikkelaar is en zij al een schetsplan gereed had. Benadeelde had ook niet aangetoond dat het voor haar niet mogelijk was om in een periode van 9 à 10 maanden te komen tot een vergunningsaanvraag. De rechtbank ziet ook niet in waarom het gegeven dat de financiering nog niet volledig rond is legitiem in de weg zou staan aan het indienen van een bouwaanvraag.