18 januari 2017
Rb Zeeland West-Brabant – schaduwschade (Roosendaal)
Dat de onzekerheid over de toekomstige bestemming en de duur van de procedures om te komen tot vaststelling van het bestemmingsplan en het uitwerkingsplan schade met zich brengen en met zich hebben gebracht, maakt het feit dat de schade pas kan worden vastgesteld na een onherroepelijk uitwerkingsplan niet anders.
Voor zover als gevolg hiervan schade is geleden, kan niet worden geoordeeld dat deze schade ook voortvloeit uit een in artikel 6.1, tweede lid, van de Wro genoemde oorzaak, terwijl buiten de in deze bepaling limitatief opgesomde gevallen, geen plaats is voor een tegemoetkoming in schade op grond van artikel 6.1, eerste lid, van de Wro (ABRS, 2 november 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU3111).