11 mei 2023
Besluit van 4 april 2023, nr. 2023000916 (onteigeningsplan Dijkversterking Lekdijk, Salmsteke)
De onteigening ziet op onroerende zaken gelegen in de gemeente Lopik. De te onteigenen onroerende zaken zijn benodigd voor de uitvoering van het door het hoogheemraadschap vastgestelde projectplan Dijkversterking Lekdijk, Salmsteke. Het betreft een projectplan in de zin van artikel 5.4 juncto 5.14 van de Waterwet. Het plan is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht op 24 mei 2022. Er zijn drie beroepen, derhalve is het projectplan nog niet onherroepelijk.
Noodzaak en urgentie
Voor dit deel van de primaire waterkering van de Lek (Dijktraject 15-1: Lopiker- en Krimpenerwaard – Oost) geldt ingevolge de Waterwet een maximaal toelaatbare overstromingskans van 1:30.000 jaar. Dit houdt in dat de primaire waterkering bestand moet zijn tegen een optredende waterstand die gemiddeld eens in de 30.000 jaar voorkomt.
De Lekdijk op de noordoever van de rivier de Lek is tussen Amerongen en Schoonhoven afgekeurd omdat deze niet voldoet aan de landelijk geldende veiligheidseisen. De dijk is veelal niet voldoende sterk en op een beperkt aantal plekken is de dijk onvoldoende hoog en moet daarom worden verbeterd. De versterking van het totaal circa 55 kilometer lange traject van de Lekdijk is nodig om de veiligheid van het achterland, waaronder ook een deel van de Randstad, in de toekomst te waarborgen. Omdat de primaire waterkering van de Lek niet voldoet aan de landelijke normen, is de verbetering van deze waterkering opgenomen in het landelijk Hoogwaterbeschermingsprogramma. De beheerder van de waterkering, het hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, heeft daarom opdracht gekregen de dijk te versterken. De versterking wordt in zes deelprojecten uitgevoerd. Eén van deze deelprojecten is de dijkversterking bij Salmsteke, gelegen tussen Jaarsveld (dijkpaal 88.9) en de aansluiting van de Lekdijk Oost/Rolafweg Zuid (dijkpaal 108.5) in de gemeente Lopik. Het onderhavige verzoek heeft betrekking op dit deelproject.
Zienswijzen
Binnen de termijn zijn 5 vergelijkbare zienswijzen naar voren gebracht.
Reclamanten 1 t/m 5
Reclamanten betogen dat er door verzoeker onvolledig overleg is gevoerd. Daarnaast wijzen reclamanten erop dat er twee nieuwe opritten zijn ingetekend voor de ontsluiting van de beheerstroken langs het binnentalud. Zij heeft altijd aangegeven tot overleg over te willen gaan als alle zaken zijn uitgekristalliseerd. Verzoeker is volgens reclamanten niet transparant geweest in het verstrekken van de juiste informatie en er wordt gewezen op een waardedalend effect van de opritten op de woningen van reclamanten, wat niet is meegenomen in de schadevergoeding.
De Kroon overweegt dat dit onderdeel van de zienswijzen in hoofdzaak ziet op de hoogte en samenstelling van de schadeloosstelling en het gevoerde minnelijke overleg. Uit de aan de Kroon overgelegde stukken blijkt dat partijen al enige tijd overleg voeren en nog steeds in overleg zijn. De Kroon kan reclamanten niet volgen in hun betoog dat verzoeker onvolledig minnelijk overleg gevoerd heeft en niet transparant is geweest in het verstrekken van de juiste informatie.