21 maart 2018
ABRS – Verkeersprognose, geluid en fijnstof
De Afdeling overweegt dat in een planschadeprocedure als maatstaf geldt dat van een nieuwe geprojecteerde weg de maximale geluidsbelasting moet worden bepaald, terwijl bij het verlenen van een vrijstelling en in een hogere waardenprocedure als maatstaf geldt dat moet worden voldaan aan de geluidnormen van de Wet geluidhinder.
Het verschil in maatstaf kan er volgens de Afdeling toe leiden dat de reële prognose van het maximum aantal motorvoertuigen op de weg en de daarmee gemoeide geluidsbelasting in een planschadeprocedure op andere aannames of uitgangspunten is gebaseerd dan de reële prognose die ten grondslag lag aan de verlening van de vrijstelling of het besluit hogere waarden.
Ter bepaling van de verkeersintensiteit dient volgens de StAB rekening te worden gehouden met de afsluiting van een in de buurt gelegen weg. Dat deze weg op de peildatum nog niet is afgesloten is volgens de StAB niet relevant aangezien het besluit daartoe vóór de peildatum is genomen. Dat dit verkeersbesluit een zelfstandige grondslag kan vormen voor een verzoek om nadeelcompensatie, is niet relevant. De Afdeling oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het StAB-verslag.